Je hebt het vast wel eens gemerkt, mensen sluiten zich een beetje af van een groep. Dat kan omdat ze zich niet zo fijn voelen, of omdat ze heel verlegen zijn. Ze bouwen als het ware een muurtje om zich heen. Maar muurtjes bouwen is niet altijd goed...
De laatste tijd zat ik niet zo lekker in m'n vel. Ik had niet echt de behoeft e om heel veel te praten met de mensen om mij heen. Een beetje rust kan geen kwaad, dacht ik. Maar ik bleek een soort van rups te zijn. Ik maakte een veilig coconnetje waar ik in ging zitten,en er dan later uit zou komen als een vlinder, en vrolijk mijn toekomst tegemoet zou fladderen. Uhh...nee. Ik was een hele luie rups. Ik had geen zin om eruit te komen en een vlindertje te zijn. In mijn cocon zat ik veilig.
Na een poosje werd ik aangesproken door een van mijn vriendinnen. Ze merkte dat ik me niet zo fijn voelde, en probeerde mijn cocon een beetje af te breken. Ze wilde me helpen, weten wat er was. En dat was goed,want anders zat ik er nu nog.
Het probleem van muurtjes bouwen is; je bouwt ze vaak zo sterk, dat ze moeilijk af te breken zijn. Mensen kunnen er dan niet meer doorheen komen om je te helpen. En dat geldt ook voor God. God wil je ook helpen, maar dan moet je hem wel door je muur heen laten komen.
Een beetje rust af en toe is goed, je hoeft niet altijd met iedereen te praten. Maar je afsluiten van de wereld om je heen is niet goed.
Zorg dat de mensen die van je houden, en God, je altijd kunnen bereiken. Ook al ben je een hele luie rups.
De laatste tijd zat ik niet zo lekker in m'n vel. Ik had niet echt de behoeft e om heel veel te praten met de mensen om mij heen. Een beetje rust kan geen kwaad, dacht ik. Maar ik bleek een soort van rups te zijn. Ik maakte een veilig coconnetje waar ik in ging zitten,en er dan later uit zou komen als een vlinder, en vrolijk mijn toekomst tegemoet zou fladderen. Uhh...nee. Ik was een hele luie rups. Ik had geen zin om eruit te komen en een vlindertje te zijn. In mijn cocon zat ik veilig.
Na een poosje werd ik aangesproken door een van mijn vriendinnen. Ze merkte dat ik me niet zo fijn voelde, en probeerde mijn cocon een beetje af te breken. Ze wilde me helpen, weten wat er was. En dat was goed,want anders zat ik er nu nog.
Het probleem van muurtjes bouwen is; je bouwt ze vaak zo sterk, dat ze moeilijk af te breken zijn. Mensen kunnen er dan niet meer doorheen komen om je te helpen. En dat geldt ook voor God. God wil je ook helpen, maar dan moet je hem wel door je muur heen laten komen.
Een beetje rust af en toe is goed, je hoeft niet altijd met iedereen te praten. Maar je afsluiten van de wereld om je heen is niet goed.
Zorg dat de mensen die van je houden, en God, je altijd kunnen bereiken. Ook al ben je een hele luie rups.